Het praktijkexamen duurt 55 minuten. Een kwartier hiervan gebruikt de examinator voor de introductie vooraf en de uitslag achteraf. Het examen zelf duurt dus maar 40 minuten. De rijinstructeur kan meerijden tijdens het examen. Maar dat hoeft natuurlijk niet.
In het examencentrum maak je kennis met de examinator. Hij vertelt je kort wat er gaat gebeuren en wat hij van jou verwacht. Vervolgens controleert de examinator jouw identiteitsbewijs en theoriecertificaat. Je overhandigt hem jouw gesloten zelfreflectie formulier. Hierop heb je vóór het rijexamen, je sterke en minder sterke punten in het verkeer gezet.
Buiten, op de parkeerplaats, zal de examinator je vragen om op een afstand van 25 meter het kenteken van een stilstaande auto op te lezen. Als dit goed gaat neem je plaats in de examenauto. Hier zul je enkele voorbereidings- en controlehandelingen moeten verrichten. De examenauto is dezelfde auto als waarmee je al je rijlessen hebt gereden.
Nadat je de auto hebt gestart is het rijexamen begonnen. Tijdens dit rijexamen let de examinator onder andere op:
In het vernieuwde rijexamen rijd je een gedeelte van het examen –zo’n tien tot vijftien minuten– zelfstandig naar een bepaalde bestemming.
Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen.